De financiële opgave vraagt om een strakke begrotingsdiscipline. Om terug te keren naar een solide  financiële basis zijn stevige ingrepen nodig. De effecten van de maatregelen zijn direct zichtbaar (en lopen verder op in de tijd). We leggen met elkaar spel- en gedragsregels vast om het financiële beeld in de greep te houden. Keuzes ten aanzien van nieuw beleid maken we integraal bij de kadernota en de begroting. Bij de begroting maken we de afweging of het - gezien de ontwikkeling van de financiële situatie - al verantwoord is om met nieuw beleid te starten. Daarbij zoeken we ook naar andere manieren van uitvoering en meeliftkansen om onze doelstellingen te realiseren. Tussentijdse voorstellen over bestaand beleid moeten volledig gedekt zijn. We gaan geen ongedekte intentieverklaringen aan. Door de raad vastgestelde financiële kaders en normen zijn leidend. Extra weerstandsvermogen is met het oog op mogelijke aanlooprisico’s van wezenlijk belang.