Begroting 2020

Bestuurlijke hoofdlijn

In de Kadernota hebben we de lijnen voor het komende jaar uitgezet. We hebben daarin gezocht naar de balans tussen het leggen van een fundament voor de transitie van de stad en de ontwikkelingen in de samenleving, solide gemeentelijke financiën en het bieden van zorg en ondersteuning aan iedereen die dat nodig heeft. Daarmee hebben we invulling gegeven aan ons uitgangspunt ‘zuinig op elkaar, op de stad en op de toekomst’. We blijven werken aan een levendige, zorgzame en veilige stad. We willen voorkomen dat de verschillen tussen de bovenlaag en de achterblijvers groeien. We gaan voor een inclusieve stad, ongeacht op welke plek je woont, uit welk gezin je komt, hoe oud je bent, of je een beperking hebt, wat je geslacht of geaardheid is of je culturele achtergrond. We zetten ons in voor een stad waar iedereen mee kan doen.

We zien dat we financieel gezien in iets veiliger water zijn en tegelijkertijd liggen er nog de nodige risico’s op de loer. De door de raad met grote meerderheid aangenomen Kadernota was daarom al vrij specifiek. Dat maakt dat deze begroting bijna geen nieuwe financiële keuzes of afwegingen bevat. Het is feitelijk de (technische) uitwerking van onze voorstellen in de Kadernota. Tegelijkertijd hebben we een flinke slag gemaakt in het verbeteren van de opzet, structuur en inhoud van de begrotingsteksten en het aanscherpen van de indicatoren in lijn met de adviezen van de raadswerkgroep ABV.

Conform de afspraken in het coalitieakkoord hebben we - na jaren van tekorten - vorig jaar evenwicht gebracht in de gemeentelijke financiën. Ook 2019 geeft tot nu toe een stabiel financieel beeld, maar met name aan de structurele financieringskant blijft het fragiel. Om een stevig fundament te creëren voor het realiseren van onze toekomstige ambities en voor de ontwikkelingen in de stad, hebben we in de Kadernota aangeven dat we op een aantal gebieden de basis op orde moeten brengen. Daarnaast hebben we te maken met wettelijke veranderingen die impact hebben op onze processen en de organisatie. De Omgevingswet, de toenemende eisen aan onze Informatiebeveiliging, de AVG en de aanbevelingen uit de managementletter van de accountant zijn het meest in het oog springend. Om te voldoen aan deze vereisten vraagt dit meer van de organisatie. Ook om invulling te geven aan de toezegging om komend jaar de Kadernota en jaarrekening tegelijkertijd te behandelen in de raad. Daar komt bij dat wij in een steeds verder digitaliserende samenleving leven. Wij kunnen als organisatie daar niet langer bij achter blijven. Investeren in de informatievoorziening is een noodzakelijk onderdeel voor het leggen van een fundament om structureel onze stedelijke opgaven en onze dienstverlening aan de inwoners van Eindhoven te kunnen ondersteunen. Deze investeringen om de basis op orde te krijgen en op onderdelen inhaalslagen te maken, zullen tijdelijk extra ambtelijke inzet vragen. Omdat het hier hoofdzakelijk om incidentele investeringen gaat, kan dit betekenen dat de door de raad vastgestelde norm voor externe inhuur tijdelijk overschreden gaat worden. Dit heeft ook gevolgen voor de huisvesting en vraagt tijdelijk extra middelen in 2020 en 2021. Naast deze professionaliseringsslag, zetten we in lijn met de aanbevelingen van de accountant tegelijkertijd in op een cultuur van vertrouwen, eigenaarschap en samenwerking. Positief nieuws is dat we grote vooruitgang hebben geboekt in het terugdringen van het ziekteverzuim in onze organisatie. De gemeente Eindhoven behoort inmiddels tot de kopgroep van best scorende gemeenten.

De incidentele financiële ruimte stelt ons niet alleen in staat om onze basis op orde te gaan brengen en ons goed voor te bereiden op de nieuwe taken die op ons afkomen. Het geeft ook de ruimte om te investeren in onze speerpunten. Met de Kadernota hebben we reeds besloten om extra geld vrij te maken voor onder andere veiligheid. Ook hebben we incidenteel ruimte gemaakt om op het gebied van duurzaamheid de eerste noodzakelijke stappen te zetten.En doordat we sneller dan verwacht ons weerstandsvermogen terug op niveau brengen, ontstaat er tevens ruimte om - zij het met eenmalige middelen - structureel ruimte te creëren in de begroting. De insteek daarbij is om met incidenteel geld structureel middelen vrij te spelen. In de Kadernota noemden we op basis van het voorlopig beeld van het rekeningresultaat 2018 een bedrag van € 5 miljoen. Nu het definitieve rekeningresultaat vastgesteld is, weten we dat het in 2020 om € 2,5 miljoen gaat. Dat gaan we bij voorkeur inzetten op zaken die op termijn structurele ruimte in de begroting creëren. We onderzoeken of we kunnen investeren in een grondige analyse en doorlichting van ons bijstandsbestand. Als we beter weten welke vaardigheden en competenties mensen hebben, kunnen we ze gerichter aan werk helpen en door betere matching zo de uitstroom in de bijstand vergroten. Daarnaast werken we aan een aantal businesscases op het gebied van het bouwoffensief en sport. Een gedegen uitwerking hiervan kost tijd, daarom zullen we deze op een later moment delen.

In de opmaat naar de begroting zien we dat de focus in het sociaal domein verandert. We hebben in de afgelopen jaren stevige maatregelen moeten doorvoeren om financieel en organisatorisch op orde te komen. En we zijn aan de slag met de bedrijfsprocessen in het sociaal domein. Dit leidt steeds meer tot het gewenste resultaat. Ondanks dat er nog risico’s op de loer liggen, ziet het ernaar uit dat we de begroting sneller dan verwacht in evenwicht hebben. Het weerstandsvermogen hebben we op een beter niveau kunnen brengen. In het maatregelenpakket hebben we grote zorgvuldigheid naar inwoners betracht en hebben we door het inrichten van veiligheidskleppen de inwoner proberen te ontzien. Het is echter een enorme operatie en dat vraagt van ons dat we kritisch zijn en blijven op de uitvoering en de impact daarvan op onze inwoners. Daar hebben we komend jaar extra aandacht voor. In alle zorgvuldigheid zullen we hier met partners, zorggebruikers en de politiek over in dialoog gaan. We draaien in ieder geval vanaf 2020 de bezuiniging op de subsidies Sociale Basis structureel terug. We hebben deze bezuiniging, die haaks staat op onze visie en ons beleid, eerder noodgedwongen door moeten voeren om de begroting op orde te krijgen. Nu er financiële ruimte ontstaat draaien we deze terug, omdat we ervan overtuigd zijn, dat het hebben van sociale contacten en relaties en het kunnen participeren in de samenleving van cruciaal belang is in het welzijn van mensen. Dit betekent wel dat we de effectiviteit van dit beleid en de inzet van deze subsidies onder de loep nemen. Met de transformatieagenda experimenteren we hoe we de Sociale Basis kunnen verstevigen en op het voorkomen van inzet van zware zorg. Daarmee stellen we inwoners in staat om hun vragen zoveel mogelijk dichtbij in het gewone leven op te lossen. Door niet te bezuinigen creëren we financiële ruimte om nieuwe initiatieven mogelijk te kunnen maken die hieraan bijdragen en om de uitkomsten van de experimenten uit de transformatieagenda te verankeren. Ook creëren we voor 2020 een risicobuffer met de extra middelen voor jeugdhulp die we voor dat jaar ontvangen, want  het totale risicoprofiel van het sociaal domein blijft onveranderd groot. Deze buffer dient als achtervang voor de nadelige financiële gevolgen van de rechterlijke uitspraak over de huishoudelijke hulp, mogelijke nadelige effecten in het macrobudget van de BUIG, eventuele tegenvallers in het (voor 2020 oplopende) maatregelenpakket en effecten aanzuigende werking abonnementstarief. De buffer is bedoeld voor een periode van twee jaar, waarna een eventueel restant terugvloeit naar het weerstandsvermogen. Daarnaast brengen we in deze begroting het reguliere weerstandsvermogen nagenoeg weer op het peil van de norm waarmee we weer een robuuste buffer hebben voor eventuele niet-beïnvloedbare toekomstige tegenvallers in het sociaal domein (zoals tegenvallers door nieuwe verdeelmodellen, doordecentralisatie Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang, uitname Wet langdurige zorg, ontwikkelingen Huishoudelijke Ondersteuning).

We hebben een aanzienlijke vertraging geconstateerd in onze meerjarige investeringsplanning. De redenen hiervoor zijn divers, zoals krapte op de arbeidsmarkt, waardoor capaciteit schaars is om investeringen voor te bereiden en aan te besteden, een latere doorbraak in 2019 rondom het IHP en vertraging door bezwaar- en beroepsprocedures. Hoewel deels logisch en verklaarbaar en leidend tot een financiële meevaller legt het ook een zwakte in onze ramingssystematiek bloot: het blijft lastig realistisch te plannen waardoor we onze investeringsmiddelen en beschikbare dekkingsmiddelen voor kapitaalslasten niet optimaal in kunnen zetten. We gaan daarom in 2020 onze systematiek van de meerjaren-investeringsplanning tegen het licht houden.

Een vergelijkbaar mechanisme bij het Rijk zorgt er overigens voor dat we te maken hebben met tegenvallers in de uitkering van het Gemeentefonds. De Algemene Uitkering is via de ‘trap op - trap af’-systematiek namelijk gekoppeld aan de daadwerkelijke Rijksuitgaven. Achterblijvende Rijksuitgaven zorgen daarom nu voor tegenvallers in onze begroting. Sowieso zien we nog een aantal risico’s vanuit het Rijk, onder andere door wijzigingen in de verdeelmodellen in het sociaal domein en het risico op een tegenvaller in de BUIG omdat landelijk meer mensen aan het werk zijn en wij in onze begroting rekening houden met een norm waarin wij het 1% beter doen dan het landelijk gemiddelde. Dit maakt dat wij op dit onderdeel nog steeds prudent en ‘met de rem erop’ begroten.

Ondanks signalen dat de economie afkoelt, gaat het economisch gezien vooralsnog goed met de stad. Met een verwachte economische groei van rond de 3% scoort Eindhoven nog steeds boven het landelijke gemiddelde. Dit gaat echter niet vanzelf. Om een aantrekkelijke stad te blijven, zetten wij onverkort in op een duurzame en bereikbare stad met voorzieningen op niveau, met leefbare en veilige wijken en met een aantrekkelijke binnenstad. Met dezelfde energie werken wij aan de zorgzame stad met passende aandacht voor mensen die het nodig hebben, met betaalbare sociale voorzieningen en met vitale verenigingen. ‘Brainport voor iedereen’ zien wij niet als marketing van ons top-economisch verhaal, maar als fundamentele kracht van onze stad. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille. Daarbij staat voor ons voorop dat iedereen moet kunnen profiteren van het economisch succes. Onder de vlag van Impact040 werken we samen met bedrijfsleven en maatschappelijke partners aan maatschappelijke vraagstukken. Komend jaar staat het tegengaan van polarisatie, mensen aan het werk helpen en het verminderen van armoede op de agenda. In 2019 zijn hier de eerste inclusiviteitstafels voor georganiseerd en met de triple-helix partijen zijn we in gesprek hoe we dit vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid handen en voeten kunnen geven. Geen gemakkelijke zoektocht, maar we verwachten komend jaar hier concrete resultaten van te laten zien. We zoeken daarvoor ook aanknopingspunten met de Sustainable Development Goals (de SDG’s, zie ook de nieuwe paragraaf in deze begroting) ofwel de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN om de wereld ‘tot een betere plek’ te maken. De door het Rijk ontwikkelde monitor Brede Welvaart biedt daarbij goede handvatten. Het CBS onderzoekt hoe dit naar een regionale monitor te vertalen.

Zorgzaam en zorgvuldig

In ons coalitieakkoord hebben we aangeven dat we het welzijn van onze inwoners hoog in het vaandel hebben staan. We schreven dat we zorgen dat niemand door de bodem zakt en daar staan we nog steeds vol achter. Dat kunnen we alleen maar waar maken als we de zorg financieel betaalbaar houden. Daarom hebben we bij de start van onze periode een stevige koerswijziging in het zorgdomein doorgevoerd. Na een aantal jaar van forse financiële tekorten hebben we de budgetten verhoogd en tegelijkertijd maatregelen doorgevoerd om kosten te beheersen en de sturing te verbeteren. In financiële zin leidt dit nu tot het gewenste resultaat. De tussentijdse rapportages over 2019 bevestigen dit beeld.

Tegelijkertijd moeten we ook constateren dat dergelijke majeure ingrepen verandering brengen voor en impact hebben op een deel van de inwoners die zorg nodig hebben. Bij velen gaat het gelukkig goed, maar niet bij iedereen. Dat wordt nu zichtbaar in deze huidige, kwetsbare fase dat we onze manier van werken aan het aanpassen zijn terwijl de ‘winkel’ open moet blijven. Voorbeelden zijn de hardnekkige aanloopproblemen in de nieuwe aanpak met het Servicebureau met als gevolg achterstanden en de recente rechterlijke uitspraak over de manier waarop we resultaatgerichte hulp in de huishouding vormgeven. Zorg is een onderwerp dat dicht bij mensen ligt en staat daarmee begrijpelijk volop in de (publicitaire) schijnwerper. We beseffen uiteraard dat goede zorg meer is dan een sluitend financieel plaatje.

De zorg in Nederland is een complexe systeemwereld die in verandering is. Zo ook in Eindhoven, mede door alle noodzakelijke maatregelen die we in gang hebben gezet. Het is daarbij helaas bijna niet te voorkomen dat er dingen misgaan en dat mensen klem kunnen komen te zitten. Het is onze intentie en inzet dat we oog hebben voor ieders individuele situatie en dat we als het nodig is mensen snel helpen met maatwerk. We zien dat het met het merendeel van de zorgvragen gelukkig goed gaat en dat mensen tevreden zijn met de manier waarop ze ondersteund worden. En we zijn ons er ten volle van bewust dat het nog niet overal vanzelf goed gaat en van het feit dat dit in individuele gevallen onzekerheid en soms stress en boosheid met zich meebrengt. We doen er alles aan om dat te voorkomen en om in te grijpen als het echt nodig is. We blijven werken aan het beter maken van onze processen en systemen, om dicht aan te sluiten bij de leefwereld van mensen. We zetten in op de kwaliteit van onze dienstverlening en bieden maatwerk in die gevallen waar het gewone beleid niet voldoet. Ervaringen in binnen- en buitenland met dit soort ingrijpende transities laten zien dat het een aantal jaren duurt voordat het systeem ‘stabiliseert’. De maatregelen om op orde te komen zijn geen doel op zich. Het zal de komende jaren nog regelmatig improviseren blijven en zo nodig creëren we snelle reparaties als blijkt dat we tekortschieten.

We hebben hierbij ook een grote afhankelijkheid van het Rijk: qua regelgeving en qua financiering. Veel gemeenten in Nederland kampen inmiddels met financiële tekorten in het sociaal domein en staan aan het begin van een hersteloperatie die wij al aangegaan zijn. Sowieso is de houdbaarheid van het huidige Nederlandse zorgstelsel met gestaag groeiende kosten een belangrijk punt van zorg en discussie. In dat licht proberen we op lokaal niveau stappen te zetten die het systeem robuuster en steeds beter maken, zodat wij de zorg voor Eindhovenaren die dat nodig hebben kunnen blijven garanderen.

We hebben onverminderd de ambitie om de werkwijze door te ontwikkelen om in de toekomst ook een houdbaar systeem van zorg te kunnen blijven aanbieden. De kern van de filosofie van WIJeindhoven - uitgaan van eigen kracht en samenkracht, de beweging van 2e lijns naar 1e lijns naar Sociale Basis - blijft actueel. Dit kunnen we niet alleen. De komende tijd gaan we in dialoog met partners in de triple helix, met  ‘unusual suspects’ in het zorgdomein en met inwoners. We willen samen met hen zoeken naar vernieuwende partnerschappen. Sturen op beheersing en implementatie van het maatregelenpakket moet hand in hand gaan met het blijven nadenken over de volgende stappen naar een toekomstvaste zorg. Want, goede zorg en welzijn is onontbeerlijk voor iedereen en daarmee ook een niet te onderschatten vestigingsfactor.

Belangrijk speerpunt in 2020 is de inzet op de meest kwetsbaren in de stad. Niet voor niets hebben we in ons coalitieakkoord niet bezuinigd op het armoedebeleid. Aanpak van armoede en schulden staat komend jaar voorop: niet om zomaar gaten te vullen, maar met als doel om mensen structureel vooruit te helpen in hun leven. Ook gaan we aan de slag met de maatschappelijke opvang. De doelgroep van nu heeft andere zorgvragen dan waar ons aanbod op is ingericht. We gaan onze voorzieningen opnieuw tegen het licht houden en meer toesnijden op de behoeften van nu. Mede naar aanleiding van het debat in de raad, waarin de raad het belang van opvang heeft benadrukt en het college heeft opgeroepen waar nodig hier extra middelen voor te zoeken, hebben wij € 150.000 structureel vrijgemaakt. We gaan onder andere aan de slag met de nachtopvang.

Meer mensen aan het werk helpen is en blijft ook in 2020 prioriteit. Zoals aangegeven in de inleiding willen we een businesscase ontwikkelen om mensen beter en sneller aan passend werk te helpen. Dat is in eerste instantie goed voor de mensen die het betreft, en het heeft als neveneffect ook financiële voordelen voor de gemeente.

Sterk en stedelijk

Eindhoven staat er als centrumstad van de Brainportregio economisch goed voor en dat moet zo blijven. Een sociale stad moet tegen een economisch sterke stad kunnen aanleunen en vice versa. Ons unieke high tech-ecosysteem is de kurk waar dit op drijft en is één van de motoren van de Nederlandse economie. Dat wordt gezien door Den Haag met het afsluiten van de Brainport Nationale Actieagenda en de Regiodeal. De financiële impuls van de Regio Deal Brainport Eindhoven werkt daarbij als een belangrijke versneller voor de korte termijn. In 2018 zijn de eerste financieringen toegekend aan projecten uit de Regio Deal, zoals Upgrade Urban Culture & Sports hal 'Area 51', Services Holland Expat Center en Brainport Smart Mobility. In 2019 zijn met name in de ‘voorzieningenpijler’ middelen voor projecten toegekend. Van een aantal projecten zijn wij de projecteigenaar. Het gaat bijvoorbeeld om de het Nationaal Zwemcentrum De Tongelreep, het Urban Sportspark Eindhoven ('t Schoot) en het FutureLab / Designmuseum voor de Toekomst. Voor 2020 staat onder andere het project ‘Ateliers / Makerspaces’ gepland, waarmee een impuls is voorzien voor de versterking design- en cultuurklimaat.

De Brainport Nationale Actieagenda (BNA) is het vehikel om het langjarig partnerschap tussen Rijk en de Brainportregio vorm te geven. Dit doen we niet alleen op economisch gebied, maar vanuit het perspectief van iedere Eindhovenaar. We kijken daarom ook met belangstelling naar de eerdergenoemde monitor Brede Welvaart. De BNA blijkt inmiddels een krachtig instrument om invulling te geven aan de mainportstatus van Brainport Eindhoven en zorgt ervoor dat we op veel relevante dossiers samen met het Rijk optrekken. In 2020 gaan we deze Brainport Nationale Actieagenda doorontwikkelen. Onder andere door ons sterk te focussen op het gebied van mogelijke nieuwe en voor de toekomst van de regio belangrijke sleuteltechnologieën zoals Kunstmatige Intelligentie (AI), waar de TU/e met de oprichting van een instituut voor AI (het EAISI; ook wel ‘easy’) in 2019 al op anticipeert. Sowieso is de steeds verdergaande digitalisering voor stad en regio een belangrijk thema de komende jaren. Zoals geschetst in onze recent verschenen nota Digitalisering gaat het dan niet alleen om excellente vaste en mobiele infrastructuur en technologische toepassingen, maar juist ook over de ethische aspecten van het gebruik van data en algoritmen. In 2020 blijven we inzetten op het interesseren van marktpartijen om de laatste drie wijken te verglazen en we starten met een aantal 5G-pilots. Op ethisch gebied gaan we, zoals toegezegd, als college aan de slag met het DeDa-model en komen we in 2020 terug met onze bevindingen.  

We werken in 2020 daarnaast aan een lokale en ambitieuze MKB-agenda met als doel om in 2021 de meest MKB-vriendelijke gemeente van Nederland te worden. We zetten daarbij in op een rode loper-aanpak voor MKB’ers, verbetering van de regelgeving en ondersteuning bij digitalisering door het - in de regio Den Bosch succesvol beproefde concept - MKB-datalab, verkenning van een ondernemingsfonds, en we bekijken de rol van onze gemeente als launching customer en hoe we ons gedragen rondom betalingstermijnen. Daarnaast komen we met een start up strategie. Het beter faciliteren van starters is namelijk een ander speerpunt, onder andere door het verder stroomlijnen van de inzet van gemeente, Brainport Development en Twice. En in 2020 komen we volgens afspraak naar de raad met het voorstel voor de nieuwe periode meerjaren-financiering van Brainport Development.

We gaan komend jaar aan de slag met de volgende fase in de ontwikkeling van de Brainport Industries Campus. Dit doen we op basis van de leerervaringen van fase 1. Daarvoor hebben we al een expertronde gemaakt langs de regionale CTO’s (Chief Technology Officers) om een beeld te krijgen wat er nodig is voor de doorontwikkeling van deze campus voor de maakindustrie. Op de agenda van Stedelijk Gebied Eindhoven staat in 2020 de herijking van de programmering bedrijventerreinen. Een bijzonder aandachtspunt bij werklocaties is het mogelijk maken van onderwijsfuncties, de zogenaamde ‘hybride leeromgevingen’. We willen dit stimuleren, maar lopen tegen belemmeringen aan op het gebied van regelgeving. Wij gaan deze belemmeringen waar mogelijk zelf wegnemen en daar waar nodig ook lobby richting het Rijk oppakken.

De stad groeit als gevolg van de (landelijke) trek naar de stad. Dit wordt versterkt door de aantrekkingskracht van ons bedrijfsleven op onder andere internationals. De stad is bezig met een grote schaalsprong en het stadscentrum is sterk in ontwikkeling, maar mist nog onvoldoende aantrekkingskracht. De vraagstukken worden complexer en we acteren in andere arena’s dan 10 jaar geleden. In samenwerking met het Rijk en de provincie werken we aan de ambitieuze en veelzijdige opgave Internationale Knoop XL: een hoogwaardige stationsomgeving met (inter)nationale treinverbindingen, snelle connecties naar Eindhoven Airport, onderscheidende woon- en werkgebieden en fraaie openbare ruimten. We vinden het belangrijk dat nieuwe woonplekken voor iedere beurs betaalbaar zijn. We bouwen daarom inclusief en in alle prijsklassen. Ook op de binnenstedelijke A-locaties, zoals het VDMA-terrein, District-E en de Deken van Somerenstraat. We bouwen daarmee aan een boeiende en inclusieve stad.
We hebben verheugd kennisgenomen van het nieuwe provinciaal bestuursakkoord waarin het college van Gedeputeerde Staten aangeeft dat het Stedelijk Gebied Eindhoven een majeure opgave heeft op het gebied van mobiliteit, vestigingsklimaat, wonen en verduurzaming. We kijken uit naar het door het provinciebestuur aangekondigde gesprek om te bezien of de urgente opgaven samengebracht kunnen worden in een langjarig partnerschap. We gaan graag op deze uitnodiging in om - naast onze bestaande constructieve samenwerking in de Brainport Nationale Actieagenda - ook samen met de provincie de brede opgaven in onze stad en regio aan te pakken.

Bereikbaarheid op alle schaalniveaus is van belang. Naast de stedelijke bereikbaarheid zetten we blijvend in op het versterken van de regionale en (inter)nationale bereikbaarheid. Op het gebied van de stedelijke bereikbaarheid blijven we onverkort inzetten op het beter laten doorstromen van verkeer op de Ring en het ontmoedigen van de binnenstad als doorgaande route. Ons streven naar een autoluwe binnenstad gaat gepaard met flankerende maatregelen zodat we mensen een goed alternatief bieden. Het gaat om een totaalpakket met andere vormen van mobiliteit, slimmere verkeersregelinstallaties en ‘hubs’. En uiteraard blijven we het gebruik van de fiets bevorderen. De (her)inrichting van onze openbare ruimte (zoals bijvoorbeeld in het centrum) nodigt uit tot lopen en fietsen in een steeds groenere stedelijke omgeving. Ook hebben we hoge verwachtingen van onze deelname aan het EIT Urban Mobility, met een co-locatie in Helmond op de Automotive Campus. Een eerste project op het gebied van data en mobiliteit, is recent gehonoreerd door het EIT en we verwachten hier nog veel meer van.

We volgen de landelijke ontwikkelingen rondom het Programma Aanpak Stikstof (PAS) nauwgezet. We hebben grote opgaven om de groei van de stad te kunnen faciliteren. We maken ons, net zoals onze publieke en private partners, dan ook zorgen over de impact van de uitspraak van de Raad van State. Deze zorgt voor onzekerheden en naar verwachting beperkingen in de stedelijke ontwikkeling. We sturen intern zoveel mogelijk op het voorkomen van vertraging en zijn hierover in gesprek met Rijk en provincie om te zorgen dat onze stad op een goede en verantwoorde manier kan blijven groeien.

Frisse lucht en nieuwe energie

In de Kadernota hebben we ruimte gemaakt om verdere stappen te zetten om de stad te verduurzamen en klimaatbestendig te maken. Met een groeiende en economisch succesvolle stad en de klimaatverandering is dat een flinke en onontkoombare opgave. Eindhoven was afgelopen zomer de heetste plaats van Nederland. We hebben dit jaar te maken met hoge kosten voor stormschade en er is sprake van een groei van de overlast door het aantal plaagdieren. Hoosbuien komen vaker voor en zetten druk op onze watersystemen, net als perioden van grote droogte. We voelen een grote urgentie en we zoeken daarbij naar vernieuwende aanpakken in samenwerking met onze omgeving. Of het nu gaat om energietransitie, verduurzaming van de gebouwde omgeving, duurzame mobiliteit of circulaire economie: we kunnen het niet alleen. We hebben onze doelen voor de korte termijn grotendeels gerealiseerd maar voor de langere termijn is het beeld bij ongewijzigd beleid niet gunstig en de urgentie is hoog.

Voor 2020 werken we aan een nieuw klimaatplan voor de stad. Dat gaan we samen met onze partners in de stad doen. We werken met de partners naar een soort lokaal klimaatakkoord waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Dit is dan ook het ‘bod’ van de stad aan raad, provincie en Rijk. Draagvlak bij de inwoners is daarbij van belang. En het moet voor iedereen haalbaar en betaalbaar zijn om je bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de stad. De proefgebieden die als eerste van het gas afgaan, leveren een schat aan informatie en ervaring. Deze lessen over ‘wat wel en niet werkt’ zijn nuttig en noodzakelijk om de vervolgstappen verder vorm te geven. Dit jaar komen we ook met een warmtevisie / warmtetransitieplan waarin voor alle inwoners en bedrijven helder wordt bij welke wijken wij tot 2030 kansen zien om van het aardgas af te gaan. En daarmee dus ook; welke wijken niet. Daar zullen we wel inzetten op verduurzamingsmaatregelen als woningisolatie en zonnepanelen.

Komend jaar zullen ook belangrijke besluiten voorliggen over de governance van de energietransitie: welke rol wil en kun je als gemeente nemen in de productie, het transport en de levering van duurzame energie? Hoe kan en wil je sturen op zonneparken? Welke rol neem je in de keten van afvalverwerking en daaraan gekoppelde groene energieopwekking? Deze vragen zullen we moeten beantwoorden in relatie met dossiers als Renescience, de toekomst van de milieustraten en de verduurzaming van ons eigen vastgoed dat als vliegwiel dient voor andere partijen.

Naast energietransitie en verduurzaming is klimaatadaptatie een speerpunt in 2020. We gaan onverminderd door met het vergroenen van de stad. Dat maakt de stad niet alleen klimaatbestendiger, maar ook aangenamer en mooier. Groen geeft meer kwaliteit dan stenen. In 2020 zetten we daarom in op het verder vergroenen van de binnenstad, groen in de wijken en het versterken van de groene uitlopers van buiten naar binnen de stad. We maken een Plan van Aanplant voor het herstel van de stormschade en we zetten de operatie Steenbreek onverkort door: stenen eruit, groen erin. We koesteren onze natuurgebieden als Genneper Parken. We ontwikkelen dit jaar een visie voor het Dommeldal en bij de gebiedsontwikkeling in Eindhoven Noordwest is de natuurontwikkeling een belangrijk element. We steunen de ontwikkeling van het van Gogh Nationaal Park waar natuur, landschap, cultuur, erfgoed, technologie en economie samenkomt, alsook de ontwikkeling van de Groote Heide, een grensoverschrijdend samenwerkingsproject met Belgische partners.

Stad met een groot hart

We hebben de opgave en ambitie om de groeiende en verder verdichtende stad leefbaar en aantrekkelijk te houden. Dat vraagt blijvende inzet op voldoende en voor iedereen betaalbare woningbouw, een goede en duurzame bereikbaarheid van de stad en uitstekende voorzieningen op het gebied van bijvoorbeeld cultuur en sport. De groei en transformatie van de stad heeft aan de andere kant ook impact op veiligheid en zet druk op de sociale samenhang. Voor 2020 zetten we een aantal accenten omdat we willen dat iedereen moet kunnen profiteren als het economisch goed gaat met de stad.

We trekken structureel geld uit voor veiligheid om meerjarig invulling te kunnen geven aan de doelstellingen van het uitvoeringsprogramma veiligheid. We brengen daarmee de basis op orde en leggen een fundament om onze stad veiliger, leefbaarder en daarmee aantrekkelijker te maken voor iedereen. Dit gaat ook om samenleven en elkaar ontmoeten in een meer diverse en steeds complexere samenleving. We vinden het belangrijk om daarover met elkaar in gesprek te gaan en organiseren in 2020 dialoogtafels met inwoners.

Ons bouwoffensief zetten we in 2020 onverminderd door. De vraag naar woningen blijft hoog en de woningmarkt is in Eindhoven behoorlijk verhit geraakt. Door meer personele inzet en door te kijken waar we de regelgeving kunnen versimpelen, verleiden we marktpartijen om meer te bouwen in de segmenten waar we de grootste vraag zien. Ondanks de druk blijven we vanzelfsprekend aandacht houden voor de kwaliteit en goede ruimtelijke inpassing. En natuurlijk de gezondheidseffecten die samenhangen met luchtkwaliteit en geluidsbelasting. In de komende jaren worden een aantal iconische gebouwen gerealiseerd waar onze inwoners trots op kunnen zijn. De eerdergenoemde PAS-problematiek is hierbij een risico. Het verdichten van de stad betekent ook dat meer mensen dichter op elkaar gaan wonen. Om de leefbaarheid goed te houden, is het voorkomen van woonoverlast een belangrijk speerpunt voor 2020. Adequate regelgeving voor kamerverhuur maakt daar onderdeel van uit. De invoering van de Omgevingswet - ook wel de 4e decentralisatie genoemd - is een majeure opgave in het ruimtelijk domein met veel impact op de gemeentelijke processen, informatievoorziening en de manier waarop we ons verhouden met inwoners en initiatiefnemers in de stad. We maken geld vrij om te voldoen aan de wettelijke eisen.

In 2020 krijgen enkele van onze voorzieningen een stevige impuls. We willen komen tot een aanbesteding van de nieuwe Tongelreep. Dankzij de middelen in de Regiodeal kunnen we in ieder geval een plus realiseren op de, eerder door uw Raad breed ondersteunde, basisconfiguratie. We zijn nog steeds met partijen in gesprek om de mogelijkheden te verkennen om aanvullende kwaliteiten toe te voegen. Ook sportpark ’t Schoot profiteert in 2020 van de Regiodeal-middelen. Landelijk trekken we op het gebied van sport sinds 2019 op met Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Deze G5-positie levert ons direct een grotere financiële bijdrage van het Rijk voor het maken van een (in 2020 te ontwikkelen) Sportakkoord. Ook hebben we in 2020 weer enkele mooie sportevenementen, zoals het Tata Steel schaaktoernooi in het PSV stadion, het Olympisch Kwalificatie Toernooi Beachvolleybal en de Marathon Eindhoven.

In het onderwijs gaan we aan de slag met de nieuwe Lokale Educatieve Agenda (LEA). We zetten vooral in op het meedoen in de samenleving door bijvoorbeeld actief burgerschap, maatschappelijke diensttijd, voorkomen van kinderarmoede en kansengelijkheid, en op de aansluiting van onderwijs en jeugdhulp, onder andere door laagdrempelige zorgteams op scholen. Na het afronden van het IHP Voortgezet Onderwijs in 2019 gaan we in 2020 aan de slag met het maken van IHP-afspraken met het Primair Onderwijs. Dit IHP zal zich naar alle waarschijnlijkheid focussen op businesscases in de Wijk Gestel, Speciaal Basisonderwijs en/of Internationalisering. Voor we hiermee kunnen beginnen moeten eerst een aantal oude dossiers uit vorige IHP’s afgerond worden. We hopen dit uiterlijk in het eerste kwartaal van 2020 te doen. Een derde focuspunt binnen onderwijs is internationalisering. De grote versnelling en toestroom van internationals zorgt ook binnen het onderwijs voor knelpunten, zowel op de Internationale School als ook in de breedte. We komen daarom in 2020 met een nieuwe Brainport International Educational Model waarbij integratie en participatie centraal staan. Bijbehorende investeringen worden meegenomen in de integrale afweging in het proces van de Kadernota 2021.

Samen met partners uit de binnenstad zijn we in gesprek om onder meer bij de besteding van de middelen uit de toeristenbelasting te komen tot betere afspraken over co-financiering van (nieuwe) evenementen en activiteiten. Op het gebied van cultuur wordt 2020 een cruciaal jaar. De in juni verschenen uitgangspuntenbrief Cultuurbeleid 2021 – 2024 van de minister van OCW biedt een grote kans voor Eindhoven. De minister reserveert daarin in de Basisinfrastructuur namelijk € 1 miljoen per jaar voor een nieuwe functie, te weten het ‘Futurelab Design en Technologie’. Dit geeft uitzicht op de lang gekoesterde wens om een ‘rijksmuseum voor design’ te realiseren in Eindhoven en komt in het verlengde van de Brainport Nationale Actieagenda tegemoet aan onze inzet richting het Rijk om tot een structurele versterking van ons voorzieningenniveau te komen. In februari moeten partijen die hiervoor in aanmerking willen komen een aanvraag indienen bij de Raad van Cultuur. Op basis van het concept 'Designmuseum voor de Toekomst' werken we op dit moment onze aanvraag uit. We stellen in 2020 een klein bedrag van € 50.000 beschikbaar als bijdrage in de aanloopprogrammering van het concept. Laagdrempelige toegankelijkheid vinden wij een randvoorwaarde. Wat de gemeente vanaf 2021 hieraan zelf gaat bijdragen, is van invloed op de beoordeling door de Raad van Cultuur. Wij komen hier bij de behandeling van de Cultuurbrief en bij de Kadernota volgend jaar uitgebreid op terug. De rijksimpuls voor de Dutch Design Foundation / Dutch Design Week is in ieder geval heel goed nieuws. Het geeft niet alleen een extra versterking van het designprofiel van de stad, maar draagt ook bij om de maatschappelijke impact van design en designthinking bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken nog beter zichtbaar te maken.

Tenslotte hebben wij de raad op 23 april jl. laten weten dat wij voor het Muziekgebouw druk in gesprek zijn met alle partners ten behoeve van een oplossing. Bij het schrijven van dit stuk zijn we hier nog volop over in gesprek. Bij de begrotingsbehandeling 2019 of anders uiterlijk aan het einde van het jaar 2019 informeren we U hier nader over.

Aan de slag!

Met deze begroting geven we verder invulling aan de realisatie van ons coalitieakkoord “Evenwicht en Energie” en de voorstellen uit de Kadernota 2020. We zijn trots op wat we tot nu toe gerealiseerd hebben. We hebben flinke stappen gezet om te komen tot een evenwichtig financieel fundament en er ontstaat voorzichtig weer perspectief om te investeren in de toekomst van de stad. We beseffen dat een deel van onze inwoners zich benadeeld en soms klem gezet voelt en onzeker is vanwege de ingrepen die we hebben moeten doen. In 2020 krijgen we een nog stabieler beeld van de impact van ingezette maatregelen. Dit geeft ons de ruimte om meer focus aan te brengen in de keuzes en maatregelen versus betaalbare zorg. En om meer samenwerking te zoeken met partners voor een duurzaam sociaal Eindhoven waarin iedereen kan profiteren van het economisch succes van de stad en regio.

Het jaar 2020 is ook het jaar van 100 jaar Groot Eindhoven, ontstaan door de fusie in 1920 tussen de gemeenten Eindhoven, Stratum, Gestel en Blaarthem, Strijp, Woensel (inclusief kerkdorp Acht) en Tongelre. We gaan dit bijzondere moment memoreren en markeren. En we maken zichtbaar dat Eindhoven door de samenvoeging van dorpen toen en de groei van de stad sindsdien, nu een stad is geworden met stadse en dorpse kwaliteiten en met trotse Eindhovenaren. Wij willen dit vieren samen met onze inwoners, verenigingen, bedrijfsleven, organisaties en kennisinstellingen.

We blijven werken aan een verdere toekomst waar iedere Eindhovenaar volop deel van kan uitmaken in een samenleving die weerbaar is en waar mensen aandacht hebben voor elkaar. We zijn ons bewust dat er nog stevige opgaven liggen. Daar gaan we in 2020 vol vertrouwen mee aan de slag.

ga terug