Begroting 2020

3b. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Onze gemeente kent een grote diversiteit aan beleidsterreinen zoals de decentralisaties in het sociaal domein, vastgoed, grondexploitaties, sport en veiligheid. Op al deze gebieden lopen we verschillende soorten risico’s: financieel, juridisch, veiligheid, bestuurlijk, imago, maatschappelijk en integriteit. Daarom is het belangrijk dat we vooraf nadenken over de mogelijke gevolgen van beleid en dat we afwegen welke risico’s we kunnen en willen nemen en welke maatregelen we nemen om de risico’s te monitoren en te beheersen. Risicobeheersing is geen doel op zich maar draagt bij aan het bereiken van onze doelstellingen.

Onderstaande figuur maakt duidelijk voor welk gedeelte van de risico’s we weerstandsvermogen aanhouden:

Het weerstandsvermogen is de belangrijkste buffer voor risico’s waarvoor geen specifieke voorzieningen zijn getroffen. De norm voor het weerstandsvermogen is vastgesteld op 10% van het begrotingstotaal. Voor 2020 komt dit uit op € 93 miljoen. In deze begroting groeien we nagenoeg naar dit bedrag. Het weerstandsvermogen ontwikkelt zich op basis van de huidige inzichten als volgt:

x €1 miljoen

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Stand 1 januari

69

81

84

92

96

99

Mutatie

-13

3

 8

4

3

Rekeningresultaat

44

ntb

Bestemming rekeningresultaat 2018 in kadernota 2020

-18

Stand 31 december

81

84

92

96

99

99

Norm

89

89

93

93

93

93

Verschil

-8

-5

-1

3

6

6

In 2021 geeft deze prognose een beeld van aanvullende ruimte. We verwachten echter nog bijstellingen op het gemeentefonds vanwege de komende circulaires. In de Kadernota 2021 zal o.b.v. de actuele inzichten in de financiële positie worden afgewogen hoe dat zich verhoudt tot de financiële en de risicopositie van dat moment. De gekwantificeerde risico’s tellen in deze begroting op tot € 29 - 34 miljoen. Voor het Grondbedrijf is het risico voor 2019 becijferd op € 19 miljoen. Voor algemene risico’s tellen de bedragen op tot € 10 - 15 miljoen. Onderstaande risico’s lichten we nader toe in bijlage 6. Samengevat geven ze het navolgende beeld:

Totaal gekwantificeerde risico’s € 29 - 34 miljoen

Naast deze specifieke risico's spelen er ook enkele algemene risico’s die behoren tot de normale bedrijfsvoering, bijvoorbeeld dat geraamde budgetten ontoereikend zijn voor de onderliggende taken of wijzigingen in rijksbeleid. Binnen het sociaal domein geeft dit een extra onzekerheid. Het weerstandsvermogen is bedoeld om dit zo nodig te overbruggen. Vervolgens worden in de P&C cyclus maatregelen getroffen om de problematiek structureel op te lossen. Specifiek benoemen daarbij:

Totaal risico’s sociaal domein € 0 - 15 miljoen (jaarschijf)

We kunnen niet alle risico’s kwantificeren. Daar staat tegenover dat we ook de stille reserves niet optellen bij het beschikbaar weerstandsvermogen. Stille reserves zijn waardecomponenten die vanuit de voorschriften niet op de balans mogen worden opgevoerd. Het gaat daarbij onder meer om overwaarde in panden, voorraden en aandelen in andere ondernemingen en de waarde van de kunst die in ons bezit is.  

De kengetallen van het BBV geven nadere informatie over de financiële positie van de gemeente. We berekenen de kengetallen op basis van een prognose van het balansbeeld (zie bijlage 1 Kerngegevens).  De prognose wordt onder meer ontleend aan de investeringsplannen en het MPG. De kengetallen geven het volgende beeld:

(x € 1 miljoen)

NL2017

R2017

R2018

GB2019

2020

2021

2022

2023

netto schuldquote

57%

66%

51%

58%

62%

62%

63%

63%

netto schuldquote gecorrigeerd 

47%

62%

48%

55%

60%

60%

61%

61%

solvabiliteitsratio

33%

20%

28%

30%

26%

26%

27%

27%

grondexploitatie

14%

12%

8%

7%

2%

2%

1%

1%

structurele exploitatieruimte

0%

-3%

2%

0%

1%

1%

0%

0%

belastingcapaciteit

100%

89%

91%

97%

100%

100%

100%

100%

De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. De solvabiliteit geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te blijven voldoen. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe hoog de waarde van de grond is ten opzichte van de totale geraamde baten. Bij de structurele exploitatieruimte betekent een positief percentage dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. De belastingcapaciteit reflecteert de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing), waarbij 100% betekent dat de woonlasten op het landelijk gemiddelde liggen. De kengetallen blijven vanaf 2020 naar verwachting stabiel en geven in relatie tot de financiële positie geen aanleiding tot extra bijsturing.

Bij het gemeentefonds heeft er een systeemwijziging plaatsgevonden met betrekking tot het BTW-Compensatiefonds (BCF). De ruimte onder het BCF-plafond is uit de raming van het gemeentefonds gehaald. Voortaan krijgen we bij de septembercirculaire een voorschot voor datzelfde jaar. Dit is in begrotingstermen een meerjarige tegenvaller. Rijk en provincies hebben daarom afgesproken dat gemeenten ter compensatie van deze tegenvaller een stelpost kunnen opnemen. Dit moet dan expliciet worden vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen en risico’s. Conform de richtlijnen van de provincie Noord-Brabant hebben we een stelpost opgenomen van €554.000 structureel, gebaseerd op 100% van de realisatiecijfers voor 2018.

ga terug