Bovengrens personeelskosten
Bovengrens personeelskosten | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
Personeelslasten vast en inhuur | 165,6 | 165,6 | ||
Opbrengsten en doorbelasting naar projecten | -24,9 | -24,9 | ||
Bovengrens 2017 | 140,8 | 140,8 | 140,8 | |
Stijging cao en pensioenpremies 2018 | 3,7 | 3,7 | ||
Bovengrens 2018 | 144,5 | 144,5 | ||
Stijging cao en pensioenpremies 2019 | 5,1 | |||
Taak- en volumeaanpassingen 2019 | 1,5 | |||
Bovengrens 2019 | 151,1 | 151,1 | ||
Kadernota 2020 | 14,1 | |||
Bovengrens 2020 | 165,2 | |||
Personeelslasten vast en inhuur | 188,2 | |||
Personeelslasten niet via salarissysteem (o.a. flexibel belonen) | 1,2 | |||
Opbrengsten en doorbelasting naar projecten | -28,0 | |||
Totale raming personeelslasten | 161,4 | |||
Ruimte tot bovengrens 2020 | 3,8 |
De norm voor personeelskosten is een dynamische norm. De norm beweegt mee met taak- en volumeaanpassingen. In 2019 betreft dit een verhoging van de norm in verband met bouwleges, parkeren, voortijdig schoolverlaten en aardgas vrijmaken buurten. Voor 2020 wordt de norm verhoogd als gevolg van intensiveringen in de Kadernota 2020 en autonome ontwikkelingen (indexering, cao- en premiestijging etc.). De bovengrens 2020 wordt hierdoor € 165,2 miljoen. De raming ligt nu € 3,8 miljoen onder de bovengrens. Gedurende het jaar zullen er nog aanvullende begrotingswijzigingen volgen die de norm en/of de ruimte beïnvloeden. Door de tijdelijke intensiveringen op onder andere bedrijfsvoering bestaat het risico dat de personeelslasten in 2020 uiteindelijk de norm overschrijden. We maken dit gedurende het jaar via turaps en updates inzichtelijk.